NRC: Waarom actrices nog altijd te weinig verdienen

Voor NRC schreef journalist en filmrecensent Sabeth Snijders een column over de loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke acteurs. Verschillende Nederlandse acteurs proberen iets te doen aan de loonkloof tussen mannen en vrouwen in hun sector. Meer transparantie en onderzoek lijkt broodnodig.

Toen acteur Jacob Derwig een tijdje terug moest onderhandelen over zijn loon, vroeg hij of dat samen kon met de andere hoofdrolspelers in de productie. Het doel: verzekeren dat ze alle drie, ook zijn vrouwelijke collega, hetzelfde zouden krijgen. De acteur vertelde de anekdote tijdens een bijeenkomst over de positie van vrouwen in de Nederlandse filmsector in het Eye Filmmuseum. Aanleiding van de middag was het recente onderzoek ‘Beter is nog niet goed’ dat aantoonde dat de Nederlandse film- en televisiesector vrouwvriendelijker is dan Hollywood, maar lang niet zo gelijk als vaak gedacht. Bijna zeven op de tien leidinggevende functies op een set gaan in Nederlandse film- en televisieproducties naar mannen.

Derwig gunde een blik in zijn loononderhandelingen toen actrice Jacqueline Blom begon over de loonkloof tussen acteurs in Nederland. Uit het Angelsaksische taalgebied zijn voorbeelden bekend die haast komisch klinken als ze niet zo tragisch waren. Zo verdiende Claire Foy, die koningin Elizabeth II speelde in Netflix-serie The Crown, minder dan acteur Matt Smith, die de rol had van haar echtgenoot. Ook in Nederland doen volgens Blom producenten vaak „hun uiterste best” om mannelijke acteurs meer te betalen. Uit cijfers van acteursbelangenvereniging ACT blijkt dat in 2019, het laatste pré-coronajaar, vrouwelijke leden gemiddeld bruto 30.000 euro per jaar verdienden, mannelijke leden 41.500. De onderzoekers stelden vast dat dit verschil níét ontstond door gewerkte uren. Alleen kun je volgens hen niet met zekerheid zeggen wat wél de oorzaak is. Dat schreeuwt om meer transparantie en onderzoek.

Het is lovenswaardig dat Derwig zijn steentje wil bijdragen door meer openheid naar collega’s. Tegelijkertijd voelt de anekdote dubbel. Is het niet zot dat Derwig er als man voor moest zorgen dat zijn tegenspeelster gelijkwaardig werd betaald?

Soms lijkt het terecht te zijn dat een acteur meer verdient dan zijn tegenspelers. Beloning is afhankelijk van factoren zoals het totale budget, de grootte van hun rol en de ‘marktwaarde’ van een acteur. Dat laatste is een ongrijpbare mix van acteerkwaliteiten, bekendheid bij het publiek en iets als star quality.

De ongrijpbare manier waarop die ‘marktwaarde’ wordt bepaald, is precies het probleem, legt agent Emma Onrust uit als ik haar bel over de kwestie. Ze is mede-eigenaar van Features Creative Management, het agentschap dat acteurs als Gijs Scholten van Aschat en Rifka Lodeizen representeert. Volgens Onrust zijn er weinig producenten die vrouwen bewust minder betalen en komt het overleg dat Derwig schetst vaker voor. De ongelijkheid ontstaat volgens haar doordat juist de films met grote budgetten in Nederland meestal geschreven worden door mannen, mannelijke regisseurs hebben én vooral mannelijke hoofdrolspelers. „Mannelijke acteurs hebben grote rollen in films als Slag om de Schelde, vrouwelijke in Soof. Die tweede film heeft een lager budget, dus lagere beloningen. Bovendien stijgt na iedere big budget-productie waaraan je meewerkt je marktwaarde en dus ook je dagprijs.” Uit het ‘Beter is nog niet goed genoeg’-onderzoek blijkt ook dat er iets meer hoofdrollen zijn in Nederland voor mannen dan voor vrouwen. Al helemaal dan voor oudere actrices, verzucht Blom.

Er lijkt door de aandacht voor het onderwerp langzaam iets te veranderen. Maar er zullen nog grote stappen gezet moeten worden voor actrices een mannelijke collega kunnen helpen door nobel te eisen dat hij hetzelfde moet verdienen als zij.

 

Lees hier de column in NRC
Home