Monique Lesterhuis over haar werk als researcher voor documentairefilmmakers

In een interview in NRC vertelt Monique Lesterhuis over haar werk als researcher voor documentairefilmmakers, waaronder spraakmakende documentaires als Kinderen van Juf Kiet, Buddy, 100UP, Goede Moeders en De tegenprestatie. Ze dompelt zich onder in werelden die ze niet kent: wat drijft mensen, hoe zijn ze terechtgekomen waar ze zijn, waar dromen ze van?

Hoewel een aantal van deze films de regisseur én haarzelf een Gouden kalf opleverde, is Monique Lesterhuis voor het grote publiek een onbekende. „Je moet niet een te groot ego hebben als je op de achtergrond wilt opereren, maar ik vind het geen mindere rol. Op de filmacademie zal niemand zeggen: ik wil researcher worden. Toch is dat waar het mee begint.”

„Het begint wel met observeren. In elk geval moet je je eigen verwondering en onbevangenheid behouden. Ergens naar kunnen kijken alsof je het voor het eerst ziet. En scherpe vragen – tja, je vraagt eigenlijk steeds: ‘Waarom?’ Bijna zoals een kind. Van Heddy heb ik geleerd dat je soms ‘domme vragen’ moet stellen. Naar dingen vragen waarvan je denkt dat ze voor de hand liggen. Want het gaat er niet om dat je het antwoord wilt weten, maar hóé mensen antwoorden.”

De rode draad in haar werk is wat drijft mensen, hoe zijn ze terechtgekomen waar ze zijn, waar dromen ze van? Het is mooi als mensen iets willen, ook mensen die misschien een klein, bescheiden leven leiden. En het gaat vaak over verlies. Levensgeluk, een baan, een partner, een kind. “Een oude vrouw die vertelt dat ze al vijftien jaar haar kinderen en kleinkinderen niet heeft gezien en zegt: ‘Ik hou het een beetje bij via Facebook.’ Het zijn vaak van die kleine, achteloze zinnetjes waar een hele wereld achter zit. Er zijn momenten in films die me elke keer opnieuw raken, zoals in de nieuwe film van Heddy over haar eigen leven en werk, die deze maand uitkomt op het Nederlands Filmfestival, No hay camino. We zijn in Peru, in Lima, waar ze geboren is. Heddy is erg ziek en gaat op zoek naar het huis waar ze als kind heeft gewoond. Ze weet alleen nog dat het aan een binnenpleintje is, met een lantaarn. Ze wordt gefilmd in de taxi. We rijden rond. En opeens ziet ze wat ze zoekt. Die scène is zó oprecht dat ik elke keer kippenvel krijg.”

„Ik ben zelden erg uitgesproken. Als ik research moet doen voor iets waarbij twee partijen tegenover elkaar staan, praat ik eerst met de ene en begrijp ik hun verhaal volkomen. En daarna begrijp ik het verhaal van de andere partij óók. Dat besluiteloze zit wel in mij en in het dagelijks leven kan het weleens onhandig zijn, maar voor dit vak helpt het als je geen sterke overtuigingen hebt, als je er open ingaat. En de keuze uitstelt tot de montagetafel. En misschien komt-ie dan nog steeds niet. Het mooie is: onderzoeken en niet per se veroordelen, maar begrijpen hoe het zit. Dat komt in mijn vak tot uiting en het is ook een goede levenshouding. Als je niet meer mee kunt gaan in degene tegenover je, dan houdt het op, dan blijft iedereen waar hij zit. Vroeger wilde ik trouwens Astrid Lindgren worden. En daarna Kate Bush.”

Foto Daniel Niessen

Lees het hele interview
Home