Terug
11 juli 2025 Evenementen Verslag

‘Denken vanuit mogelijkheden’

Vrouwen in Beeld - Vrouwen in Beeld Directeur Esther Schmidt

Verslag ‘Onderzoek in Beeld’, georganiseerd door Vrouwen in Beeld op 24 juni 2025

Het bruiste op 24 juni in een afgeladen zaal van het Volkshotel. “Het is een middag die je leven gaat veranderen,” aldus Esther Schmidt, directeur van Stichting Vrouwen in Beeld, die een slagvaardig publiek verwelkomde. Ware woorden, want vandaag kwamen sleutelfiguren uit de Nederlandse filmindustrie bijeen voor een historisch moment: de presentatie van vier van de vijf onafhankelijke onderzoeken die stichting Vrouwen in Beeld in samenwerking met verscheidene vakverenigingen uitgevoerd door de Universiteit Utrecht. Het doel van die onderzoeken is om de genderongelijkheid over de gehele linie van de Nederlandse filmindustrie in kaart te brengen en om samen met de partners en de sector vervolgstappen te formuleren.

Positiviteit

Om alvast op de zaken vooruit te lopen: de resultaten liegen er niet om. Wat de onderzoeken bij elkaar genomen onthullen, is dat er sprake is van een systematische ongelijkheid in de Nederlandse filmindustrie. Dit zal de meeste aanwezigen niet bepaald verbazen, want wanneer moderator Dymphie Braun aan het begin van de presentatie aan de zaal vraagt wie zelf wel eens ongelijkheid op de set of werkvloer heeft ervaren, steken de meeste vrouwen onmiddellijk hun hand op. 

Schmidt onderstreept dat deze onderzoeken daarom zo belangrijk zijn. Ze zijn bedoeld als onderdeel van een groter traject: om bewustwording over die systematische ongelijkheid aan te wakkeren, om tot concrete acties te komen en verbetering te realiseren. Ze stelt daarbij dat we hier vandaag niet zijn om “met een vingertje te zwaaien of schuldigen aan te wijzen.” Het draait om positiviteit, om “denken vanuit mogelijkheden” en dus om aanbevelingen te presenteren over hoe we met elkaar een stap verder vooruit kunnen komen.

Met vijf presentaties binnen twee uur is het een vol programma, maar de middag is allesbehalve zakelijk en droog. Activeren is het doel, en alle sprekers doen dat met veel bevlogenheid. Als Braun aan Schmidt vraagt wat haar hoop is, van wat er de komende jaren met alle resultaten gebeurt, is het antwoord glashelder.

We willen mensen aanzetten om te beseffen dat iedereen iets kan doen, ongeacht hoe groot of klein dat mag zijn, en op welke plek je je begeeft. Kortom, laat je inspireren!

Op hakken gezet

Nederlandse actrices Frieda Barnhard, Isabelle Kafando, Isis Cabolet en Claire Bender trappen af met de dynamische presentatie van het eerste onderzoek: Op hakken gezet en klein gemaakt – Onderzoek naar het werk van actrices en de mogelijkheid voor professionele ontwikkeling. Het is duidelijk dat de bevindingen uit het onderzoek de actrices op het podium aan het hart gaan. Zij hebben immers genoeg ervaring gehad met genderongelijkheid voor de camera en achter de schermen.

Hun presentatie zit vol bijtende ironie. Zo illustreren de sprekers de hardnekkige stereotyperende rollen die vrouwen veelal aangeboden krijgen aan de hand van eigen werk uit het verleden. De ‘nerd’, ‘De prostituee’, ‘De bijna blote bijrol’ en ‘De jongere secretaresse’ en ‘Het geile moedertje’ — je komt als vrouw-identificerende actrice bijna niet onder zulke clichérollen uit. Hun komische invalshoek zet alleen maar meer kracht bij de resultaten van het kwalitatieve onderzoek, waarvoor een diverse groep van actrices in focusgroepgesprekken onder andere zijn gevraagd naar hun kansen, gevoel van veiligheid en mate van plezier op de werkvloer. Een belangrijke conclusie is dat actrices “op hakken worden gezet en worden klein gemaakt”.

‘Op hakken gezet’ verwijst volgens Frieda Barnhard naar hoe het uiterlijk van de actrice onlosmakelijk verbonden is met wat voor rollen een actrice mag spelen. Schoonheid en sex appeal zijn echter gekoppeld aan jeugdigheid en hebben daardoor een houdbaarheidsdatum. Bovendien worden vrouwen die buiten het gevestigde schoonheidsideaal vallen getypecast en in soms behoorlijke denigrerende hokjes geduwd. Voor vrouwen van kleur geldt dit al helemaal. Hen wordt eerder ‘exotiserende’ rollen toebedeeld, en bijrollen waardoor ze meer diepgravende en kwalitatieve rollen mislopen. Barnhard benadrukt maar even: “nog steeds zijn de meeste vrouwelijke personages wit, dun, valide en hetero. Ze zijn tussen de 19 en 45 jaar en hebben lang blond haar.”

‘Klein gemaakt’ slaat op “het gebrek aan mogelijkheden voor inhoudelijke inbreng en zeggenschap.” Zo is grensoverschrijdend gedrag nog altijd hardnekkig, waardoor het plezier en veiligheid van actrices in het geding raakt. Inbreng van actrices over de gang van zaken op de set wordt echter te vaak in de wind geslagen. Dat het voelt alsof er minder ruimte voor actrices op de set is, blijkt ook uit hele kleine, maar wel significante voorbeelden. Bijvoorbeeld dat er geen kolfruimtes op de set aanwezig zijn, of dat het in de toiletten aan prullenbakjes voor sanitair afval ontbreekt. Tel daarbij op dat actrices structureel lagere vergoedingen krijgen voor hun werk, en je ziet hoe systematisch deze ongelijkheid is.

De actrices komen met een paar actiepunten om alvast een stap vooruit te komen. Wat ons ook op het hart wordt gedrukt is dat dreigen werkt. Zo zouden we inspiratie kunnen halen uit het Zweedse model, waar een 50/50 genderquotum is ingesteld voor de belangrijkste posities op de set. Maar ook dat we ons moeten uitspreken over zulke ongelijkheid en dat we verandering moeten afdwingen. Nee zeggen tegen denigrerende rollen kan al leiden tot positieve veranderingen, hoe moeilijk dat ook is in deze precaire wereld van freelancers. Ondertussen is het tijd voor grote stakeholders in de industrie om kritisch te kijken naar hoe zij deze ongelijkheid in stand houden.

De presentatie eindigt met een prangende vraag: als een vrouw alleen maar mag verschijnen als vrouw omdat ze functioneel is voor de man, hoe ziet ze haarzelf dan als volwaardig mens? Precies het zelfbeeld van de vrouw in film moet gesterkt worden, want “you can‘t be what you can’t see.” Dit wordt op even ludieke, als urgente manier geïllustreerd aan de hand van een onverwachts fragment uit de tekenfilmreeks De Smurfen (1981), waarin we zien hoe Gargamel de Smurfin uitvindt, als een manier om het leven van de mannelijke smurfen te ontregelen. Wat de sprekers met dit fragment belichten is de ondergeschikte rol van vrouwelijke personages in fictie. Elke smurf in het Smurfendorp heeft een eigen functie — rekensmurf, timmersmurf, kooksmurf, enzovoort — behalve de Smurfin. Haar functie is vrouw zijn. Om precies dat soort typecasting te bestrijden van het Smurfin-principe te bekritiseren, omarmen de actrices op het podium ‘de Smurfin’ als geuzennaam. Ze dragen allemaal een shirt met “Smurfin” erop gedrukt, een symbolisch gebaar van hoe je iets negatiefs in iets positiefs kan omzetten. Het advies van de sprekers is dan ook: “Verenig je en spreek je uit. Gebruik dit onderzoek als wapen. Je bent immers nooit alleen.”

Vrouwen in Beeld - Vrouwen-in-beeld_robin-alysha-clemens_hr-23

Keiharde feiten

In de tweede presentatie nam scenarist en regisseur Hyo Soon Kaag het stokje over om dieper in de genderloonkloof te duiken. Ook hier bleken de resultaten stuitend. De genderloonkloof is het procentuele verschil in inkomen tussen vrouwen en mannen. Aan de hand van een kort fragment illustreert Kaag eerst hoe de genderloonkloof een historisch construct is dat zich in elke sector heeft gemanifesteerd. De filmindustrie is hier natuurlijk geen uitzondering op, maar hard bewijs over ongelijkheid in vergoedingen bestond eerder niet. Dit onderzoek in opdracht van Stichting Vrouwen in Beeld en de Dutch Academy For Film (DAFF) wijst daarom voor het eerst op keiharde feiten.

Aan de hand van een door werkende professionals ingevulde vragenlijst over loon en salaris blijkt dat er gemiddeld een ruwe loonkloof van 18.5% bestaat tussen vergoedingen voor mannen en vrouwen in de filmindustrie. De ruwe genderloonkloof houdt geen rekening met factoren als ervaring en persoonskenmerken, de gecorrigeerde genderloonkloof wel. Dat betekent dat voor iedere euro die een man verdient, een vrouw nog geen 83 cent krijgt voor precies hetzelfde werk. Er schuilen schrikbarende feiten in deze data. Zo is de loonkloof in het geval van de creatieve driehoek (producenten, scenaristen en regisseurs) 24.6% en tussen man en vrouw in de crew maar liefst 39.5%. Ook wat betreft leeftijd is er een duidelijke loonkloof zichtbaar: vrouwen van 66 jaar en ouder in de filmindustrie verdienen maar liefst 31.4% minder dan mannen in deze leeftijdcategorie.

Vrouwen in Beeld - Hyo Soon Kaag - presentatie Onderzoeken in Beeld van Stichting Vrouwen in Beeld. Genderloonkloof van 18,5%

Een droogkomisch fragment uit de Nederlandse komedieserie Oogappels illustreert hoe complex het eigenlijk is om over de loonkloof te praten. In het clipje komt hoofdpersonage Merel binnen haar bedrijf op voor een eerlijke vergoeding, wat haar manager totaal verbaast. Het geeft maar aan hoe belangrijk het is om je uit te spreken en aan te kaarten wat voor een ongelijkheid zich op de werkvloer manifesteert. 

Ook Kaag eindigt haar presentatie met advies, om te beginnen met een zeer voor de hand liggende: “Betaal naar functie en niet naar gender.” Over het algemeen zou het ook goed zijn voor de Nederlandse filmindustrie om transparanter te zijn over vergoedingen. In Nederland ligt vaak nog een stigma op over geld praten, maar als we niet opener met elkaar over ons salaris spreken, kunnen we deze systematische ongelijkheid nooit adresseren. Ter illustratie verwijst Kaag terug naar het event ‘NFF Extended: Fair Pay, Fair Practice, Fair Result’, waar een producent zich ter plekke realiseerde dat de dagprijzen van actrices standaard lager liggen dan die van acteurs.

Vrouwen in Beeld - Vrouwen-in-beeld_robin-alysha-clemens_hr-35

Representatie onder de loep

Scenarioschrijver en dramaturg Jaap Peter Enderlé grapte al dat hij misschien als de token man naar voren is geschoven om het onderzoek ‘Gewoon’ een Nederlandse vrouw, over representatie vrouwelijke personages in de Nederlandse film- en televisiesector te presenteren. De resultaten komen uit een analyse van een representatieve steekproef van 112 recente Nederlandse speelfilms en series die tussen 2019-2023 uitkwamen. Twee methodes zijn hier toegepast om de representatie van de vrouw in Nederlandse producties te analyseren: een automatische dialooganalyse en een kwantitatieve inhoudsanalyse. 

Wat dit onderzoek zichtbaar maakt is het aandeel van mannelijke en vrouwelijke rollen in het script. Er komt een interessante schijnbare tegenstelling uit naar voren: in de onderzochte films en series was slechts 46,4% van de personages vrouw, maar zij nemen 52,4% van alle dialoog in aantal woorden voor hun rekening. Dit blijkt een terugkerend fenomeen in Nederlandse producties, dat het aandeel vrouwelijke personages relatief lager ligt dan hun aandeel gesproken tekst. Dit wijst naar een stereotyperend beeld dat vrouwen meer praten dan mannen. Het aantal woorden zegt echter niks over de inhoud van de tekst. Om gelijk ook nog een blinde vlek op te merken: van de 600 geanalyseerde personages waren er slechts twee non-binair. 

Enderlé’s presentatie is vooral interactief. Hij schotelt het publiek een stelling voor en vraagt ze te staan of blijven zitten, afhankelijk van of de stelling wel of niet klopt. Dat levert ook enige verwarring op, want sommige van de onderzoeksresultaten zijn best genuanceerd en gecompliceerd. Zitten er bijvoorbeeld meer vrouwen in drama- of in genrefilms? Is het aandeel vrouwelijke personages groter in series of in speelfilms? En vanaf welke leeftijd neemt gemiddeld het aantal vrouwelijke rollen af? Wat blijkt? Het publiek zit er vaak genoeg naast, wat alleen maar het belang van een onderzoek als dit onderstreept. De pijnlijkste opdracht die Enderlé aan het publiek geeft, is staan als ze denken dat het inmiddels beter gaat met de representatie van vrouwen in Nederlandse producties. Bijna iedereen blijft vervolgens zitten. En ze hebben gelijk, want de afgelopen jaren daalde het aandeel van vrouwelijke personages in scripts geleidelijk. 

Dan hebben we het nog niet over meer uitgesproken vormen van ongelijkheid, zoals de representatie van vrouwen van kleur, van vrouwen met een seksuele geaardheid die afwijkt van de heteronorm en van vrouwen van hogere leeftijd. Dat vraagt om verandering, dus wat te doen? Om te beginnen is het zaak om gelaagde vrouwelijke personages met meer diepgang te schrijven. Bij scenaristen ligt de uitdaging om rekening te houden met hoe vrouwen door de wereld van hun script bewegen, welke achtergrond ze hebben en met welke intenties ze in het verhaal tot leven gebracht worden. Aangezien de ongelijkheid van vrouwen met een hogere leeftijd zo opvallend is, valt het ook aan te raden om de geijkte leeftijd van openstaande rollen op te schroeven. Een casting director in de zaal neemt het advies gelijk aan het hart, en belooft een ruimere leeftijdsmarge te implementeren voor de actrices die ze zoekt. 

Vrouwen in Beeld - Evenement Vrouwen in Beeld, Onderzoeken in Beeld op 24 juni. Foto's van Jaap Peter Enderlé en Brigit Hillenius met Dymphie Braun.

Cameravrouwen in de schijnwerpers

Aan cinematograaf Brigit Hillenius de schone taak om het laatste onderzoek Meten met twee maten – Onderzoek naar de ervaringen van cameravrouwen in een door mannen gedomineerd beroep te presenteren. Ook deze cameravrouw kan uit ervaring spreken als ze het heeft over ongelijkheid op de werkvloer. Niet geheel verbazingwekkend, want als blijkt dat slechts 10,3% van de Nederlandse film- en televisieproducties tussen 2011 en 2020 gedraaid zijn door een vrouwelijke Director of Photography (DoP), mag je ervan uitgaan dat cameravrouwen werken in een door mannen gedomineerde beroepsgroep.

De resultaten uit het onderzoek komen voort uit focusgroepgesprekken, waarin cameravrouwen openhartig spraken over hun ambities, opleidingsachtergrond, werk en privéleven. Waar deze professionals vooral op stuiten, zijn aannames over wat het betekent om een DoP te zijn. Het typerende beeld van een camerapersoon is immers vaak een groot en fysiek sterk persoon met een berg aan technische kennis en dat wordt gezien als een “mannelijk” beroep. Daardoor bestaat er een dubbele standaard voor vrouwelijke cinematografen: als vrouw staan ze maatschappelijk gezien lager op de hierarchische ladder en moeten ze voldoen aan een bepaald vrouwbeeld, en dan wordt er daarnaast ook nog eens van ze verwacht dat ze wat meer one of the guys moeten zijn om serieus te worden genomen.

Vrouwen moeten zich vaker bewijzen, krijgen minder snel vertrouwen in hun kunde en hebben moeite om praktijkervaring op te doen.
~ Brigit Hillenius

En als met name mannen de beeldvoering van Nederlandse producties verzorgen, hoe kunnen vrouwen dan nog bovendrijven naar prominente posities binnen deze industrie? Een significant gegeven is bijvoorbeeld dat cameravrouwen minder mogelijkheden krijgen om speelfilms te draaien en dat ze vooral voor documentaires, kinderprogramma’s en (korte) films met “gevoelige” onderwerpen worden gevraagd. Zulke ongelijkheid, in combinatie met ruime ervaringen met seksisme en discrimatie op de set, zorgen ervoor dat deze beroepsgroep uiterst moeilijk is om te navigeren. En dat werkt ook door in het privéleven van vrouwelijke cinematografen.

Hillenius stelt echter: “vrouwelijke DoP’s houden van hun vak en zien kansen voor verandering.” Wat nodig is, “is het creëren van een meer inclusieve en veilige werkomgeving, gelijke beloning, en het vertrouwen en ondersteunen van vrouwen in hun vakbekwaamheid en leiderschap.” Zo stelt het onderzoek dat de introductie van een puntensysteem dat filmplannen positiever beoordeelt als er meer vrouwen op belangrijke posities van het project staan een positieve impact kan hebben. Bovendien moet er ook meer openheid worden gecreëerd in gesprekken over tarieven en budget.

Cameravrouwen in Nederland verdienen een gezicht dat gezien en erkend wordt. En dat is precies wat de afsluiter van deze presentatie biedt: een krachtig videoreel bestaande uit shots die Nederlandse cameravrouwen in de afgelopen jaren hebben gedraaid. Daarnaast hangen verscheidene portretten van DoP’s in de zaal, om de spotlights op deze talenten achter de camera te zetten. Bovendien benadrukt Hillenius dat nog niet alle cameravrouwen lid zijn van beroepsgroep Netherlands Society of Cinematographers (NSC), wat ze wel kunnen aanraden. Hun boodschap aan het publiek: “Je weet ons vanaf nu altijd te vinden, dus je kan niet meer zeggen dat we er niet zijn.”

Mansplainer 

Na vier presentaties van wetenschappelijk onderzoek ontstaat er inmiddels een behoorlijk schrijnend beeld over de positie van de vrouw in de Nederlandse mediasector. Wat niet helpt is dat er tal verkeerde aannames bestaan in de industrie, met name dat het lang zo slecht niet is gesteld met de genderongelijkheid in Nederland. Genoeg vrouwen hebben daardoor hun (dikwijls mannelijke) collega’s moeten aanhoren over hoe het eigenlijk wel goed is zo. Om die mansplaining aan te kaarten vindt er een performance art intermezzo plaats, waarbij een man in het publiek een samenvatting geeft van alles wat er is verteld en iedereen eventjes uitlegt hoe de vork echt in de steel zit. Dit is de mansplainer. Het is een slinkse grap, want dit soort bagitaliseren van de positie van de vrouw in deze sector is nog altijd hardnekkig aanwezig.

Vrouwen in Beeld - Vrouwen-in-beeld_robin-alysha-clemens_hr-43

Rode lijn

We eindigen de dag bij waar het allemaal eigenlijk begon: met de onderzoeksleider van de door Vrouwen in Beeld geïnitieerde onderzoeken Dr. Willemien Sanders, die verbonden is aan Media en Culturele Studies van Universiteit Utrecht. Haar afsluitende presentatie biedt in vogelvlucht een rode lijn die door alle onderzoeken loopt, waarvan het vijfde onderzoek — over de positie van vrouwen in filmopleidingen — nog gaande is. “Vijf onderzoeken, één conclusie,” stelt ze. Die conclusie is dat er een beperkt vrouwbeeld bestaat in de film- en televisiewereld, mede omdat Nederland achterliep in onderzoek naar de positie van de vrouw in de sector. 

Een beperkt vrouwbeeld betekent dat er een te beperkte notie bestaat van vrouwen in deze sector — van wie ze zijn, wat hun bekwaamheid en expertise zijn, wat hun ambities zijn, wat hun verhalen zijn. Dit is een voortvloeisel van patriarchale structuren die in onze samenleving spelen, maar ook voor de camera en achter de schermen heersen. Sanders beschrijft de filmset als een complex ecosysteem met een sterke hiërarchische structuur, waar verschillende krachten op elkaar inwerken. In dat proces raakt de positie van de vrouw door verscheidene factoren, waar de eerder beschreven onderzoeken naar wijzen, ondergeschikt. 

Vrouwen in Beeld - Vrouwen-in-beeld_robin-alysha-clemens_hr-62

Een overkoepelende conclusie is dat de vrouwelijke professional geproblematiseerd wordt door haar gender. Het gevolg is: “de vrouw is en blijft de ander” en dus niet de ‘norm’. Sander haalt het controversiële icoon uit de manosphere Andrew Tate aan, die stelde dat “alles in de maatschappij door mannen is gebouwd.” Volgens Sanders is dit wel een veelzeggende denkfout. Zelfs als dit zo zou zijn, betekent het namelijk nog niet dat het ook zo zou moéten zijn. We moeten juist uit die genormaliseerde kaders breken en nadenken over alternatieven om dat vertekende beeld aan te passen. Om die reden verwijst ze naar het boek Invisible Women: Exposing Data Bias in a World Designed for Men van Caroline Criado Perez, waarin wordt verkend wat de gevolgen zijn voor vrouwen als ze ontbreken in de datasets van onderzoeken die lijden aan een gender bias.

Wat in alle onderzoeken gelukkig wordt benadrukt is dat er veel mogelijkheden zijn voor verandering. Deze aanbevelingen kunnen dan ook de basis vormen voor belangrijke eerste stappen voor een meer gelijkwaardige sector, waarin vrouwen h in elk opzicht niet meer ondergeschikt zijn ten opzichte van de man. Met die gedachte in het achterhoofd voel je dat een zichtbaar geïnspireerde zaal zich klaar begint te stomen voor de afsluitende borrel. Die blijkt noodzakelijk, want er is gespreksstof genoeg na deze middag. En na die borrel begint natuurlijk pas het echte werk. Want laten we wel wezen: er is genoeg werk aan de winkel.

Door Hugo Emmerzael

Fotografie: Robin Alysha Clemens